Is M.9 nog steeds de meest geschikte onderstam voor appelbomen? Niet onder alle omstandigheden, zo valt te concluderen uit de proeven met nieuwe onderstammen die gedaan zijn op het proefstation in het Oostenrijkse Haidegg. Onderzoeker Thomas Rühmer besprak de proeven tijdens het online Bundeskernobstseminar van 10 tot 12 januari dit jaar.
M.9 is in heel Europa veruit de meest gebruikte onderstam. In het verleden geïntroduceerde nieuwe onderstammen, zoals die uit de Poolse P-, de Russische B- of de Tsjechische J-TE-serie, bleken vaak toch niet de ideale vervanger van M.9. De tijden zijn echter veranderd. Er zijn andere teeltsystemen in opkomst, bomen worden steeds vaker op dezelfde plaats geplant als hun gerooide voorgangers en ziektegevoeligheid speelt een steeds belangrijkere rol. Ook voor de biologische teelt of voor nieuwe, zwakgroeiende rassen (denk aan SQ159/Natyra®/Magic Star®) kan een iets sterkere onderstam dan M.9 waardevol zijn.
M.9 niet altijd ideaal
“M.9 is een goede onderstam, echter: bomen op M.9 blijven niet zelf overeind staan maar moeten worden ondersteund, en de onderstam is gevoelig voor bacterievuur, bloedluis, wintervorst en herinplantziekte”, somde Rühmer op. Bloedluis overwintert bij voorkeur op de onderstam, waarbij wortelvelden ideale omstandigheden voor de bloedluis bieden. Ook bacterievuur kan zich op en in de onderstam bevinden en is daar veel moeilijker te vinden dan in scheuten of bloemclusters in de kroon van de boom.
Als tweede belangrijke reden om uit te kijken naar een andere onderstam, noemde Rühmer de ontwikkeling richting bomen met meerdere harttakken, zoals de Bibaum, Guyot of Flagtree. Voor dergelijke boomvormen en bijbehorende teeltsystemen is M.9 waarschijnlijk lang niet altijd de meest geschikte onderstam, maar is een wat sterkere onderstam gewenst.
Lees het hele artikel in het mei-nummer van EFM